© Wicked Wasp 2014
Wat is truck- and tractorpulling?
Truck en tractorpulling wordt beoefend met behulp van een sleepwagen, een soort oplegger die van voren niet op
wielen, maar op een slee rust. Vol belast weegt deze zo'n 25.000 kilogram. Het is aan de deelnemers deze wagen
zo ver mogelijk te verplaatsen over een speciaal aangelegde baan van leemachtige grond. De lengte van de baan
is (meestal) 100 meter. Doordat de weerstand gedurende de trekpoging steeds meer toeneemt, zal het steeds
moeilijker worden om de sleepwagen voort te bewegen.Het is voor de deelnemers dus de kunst om met hun
voertuig zoveel mogelijk kracht (en eventueel snelheid) te ontwikkelen, zodat zij de sleepwagen over de 100
meterlijn trekken.
Wanneer een deelnemer dit lukt spreken we van een "Full Pull". Indien meerdere deelnemers een full-pull weten te
behalen komen deze opnieuw tegen elkaar uit (de zogenaamde "Pull-Off"). De wedstrijdleiding heeft dan de
sleepwagen verzwaard. Diegene die met de sleepwagen in de pull-off de grootste afstand weet te behalen is
winnaar. Om deze prestaties te kunnen leveren dienen de tractoren en trucks te beschikken over enorme
vermogens. Er zijn in Nederland tractoren met een vermogen van meer dan 8000 PK. De huidige trucks gaan tot
zo'n 1500 PK.
De truck die voor de sleepwagen komt te staan wordt door een zware ketting (7) met de sleepwagen verbonden. De
chauffeur van de sleepwagen kan de sleepwagen besturen en bedienen. De ballastbak (3) staat in het begin van
iedere trekpoging boven de achterwielen (5) van de sleepwagen. Een versnellingsbak (4) is door een as met de
achterwielen verbonden en zorgt ervoor dat wanneer de sleepwagen in beweging komt, de ballastbak naar voren
verplaatst zal worden (richting 1).
De snelheid van de verplaatsing van de ballastbak kan dus geregeld worden. In alle klassen zal elke machine gestopt
moeten kunnen worden door deze sleepwagen; de ballastbak zal dus, afhankelijk van de klasse, gevuld worden tot
een maximum gewicht van 12.000 kg. Wanneer bij een trekpoging de ballastbak naar voren schuift zal er door deze
gewichtverplaatsing een grote sleepvoet (2) tegen de grond worden gedrukt, waardoor het voor het trekkende
voertuig steeds moeilijker wordt de sleepwagen voort te trekken. Als de sleepwagen het trekkende voertuig niet tot
stilstand zou kunnen krijgen, kan men de diepte van een aantal messen (6), die zich onder de sleepvoet bevinden
instellen tot een diepte tot 5 cm. Dus samengevat moet de afstelling van de versnellingbak, het gewicht in de
ballastbak en de diepte-instelling van de sleepvoetmessen er uiteindelijk voor moeten zorgen dat iedere truck kan
worden gestopt ongeacht klasse en pk's.
Na iedere trekpoging wordt de truck losgekoppeld en rijdt de sleepwagen (indien mogelijk) op eigen kracht terug naar
de startlijn.Daar aangekomen staat de ballastbak weer terug in de beginstand waardoor ook de sleepvoet weer vrij is
van de grond. De sleepwagen wordt op de startlijn gemeten, dit is de start afstand (0 meter). Als de truck tijdens een
trekpoging tot stilstand komt wordt de afstand weer gemeten en geeft de computer direct de totaal afgelegde afstand
weer.
[Bron: Truckpulling.nl]
7